Decreet ‘Sport voor allen en voor altijd’
28-06-2012
Dit decreet geeft de gemeentes een belangrijke regierol. Zij staan het dichtst bij de burger en ontwikkelen via hun sportbeleid een coherente visie op het lokale sportgebeuren. Dat moet dynamisch en innovatief zijn, en optimaal inspelen op de lokale context.
Om iedereen aan te zetten tot sportief bewegen werden in dit decreet vier Vlaamse beleidsprioriteiten vastgelegd: de kwaliteit, het stimuleren tot professionalisering met een knipoog naar jeugdsport, de laagdrempeligheid en het activeren tot levenslang sporten, en de aandacht voor kansengroepen.
Het decreet wordt tegelijkertijd aangepast aan de principes van het Witboek dat de Interne Staatshervorming op punt stelt. Hierdoor krijgen ook de provincies expliciet een aantal bevoegdheden toegewezen. Hun prioritaire bevoegdheid wordt het stimuleren van personen met een handicap om sport te beoefenen. Daarnaast moeten ze aandacht schenken aan regionale werking, bovenlokale sportevenementen organiseren, zorgen voor bovenlokale sportinfrastructuur, het coördineren van de relatie tussen natuur, sport en recreatie en ruimtelijke ordening. Dit moet gebeuren via bestuursakkoorden tussen de provincies en de Vlaamse overheid.
Vlaams volksvertegenwoordiger Els Kindt : “Het verheugt mij dat dit decreet op een vlotte manier werd aangepast. ‘Sport voor allen en voor altijd’ wordt door een grote meerderheid gedragen. Alles ligt nu decretaal vast. Het komt er nu op aan dit in de uitvoeringsbesluiten goed te concretiseren naar de gemeentes en de provincies toe. Gemeenten verheugen zich erop dat de verantwoordelijkheid voor het sportaanbod ruimer wordt. Ik hoop dat de bevolking in oktober zowel gemeentelijk als provinciaal voor de juiste mensen op de juiste plaats kiest. De verdere uitbouw van het Vlaamse sportbeleid zal op het terrein immers vooral afhangen van de schepen (gemeente) en gedeputeerde (provincie).”