De crisis in de varkenshouderij nog niet voorbij!
26-06-2015
Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer vroeg in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement opnieuw aandacht voor de crisis in de varkenssector.
Eerst schetste hij het belang van de sector: de varkenshouderij is in Vlaanderen goed voor 40 procent van de economische waarde van dierlijke productie. Varkens vertegenwoordigen 1,46 miljard euro productiewaarde, tegenover 3,56 miljard euro voor alle dierlijke producten samen en 5,48 miljard euro voor heel de Vlaamse landbouwsector.
De sector realiseert jaar na jaar een positief saldo op de handelsbalans, vertegenwoordigt één procent van de wereldproductie en vijf procent van de totale Europese varkensproductie.
Hoe is de situatie van de varkenshouders? Het Prijzenobservatorium zocht dat uit voor een actualisatie van zijn studie over de varkenskolom. Blijkt nu dat er tussen 2007 en 2013 niets verdiend is op zeugen- en gesloten varkensbedrijven. Alleen door geen vergoeding voor eigen arbeid aan te rekenen, geraken die varkenshouders op papier uit de rode cijfers.
De varkenshouderij wordt de jongste jaren gekenmerkt door een sterk concentratietendens. Tussen 2000 en 2013 nam het gemiddeld aantal varkens per bedrijf toe tot 1.273 in 2013, een stijging met 77 procent ten opzichte van 2000.
Aan de kostenzijde neemt varkensvoeder de grootste hap uit het budget op de drie types varkensbedrijven. De varkensboer betaalde vorig jaar gemiddeld 40 procent meer voor varkensvoeder van in 2006, terwijl de opbrengstprijs voor een varkenskarkas op nagenoeg hetzelfde niveau uitkwam.
Op de vraag van De Meyer welke inspanningen minister Schauvliege en haar kabinet reeds leverden voor de varkenssector en wat haar toekomstplannen dienaangaande zijn, antwoordde de minister: “De varkenssector zit nog steeds in een heel kwetsbare situatie.
Op Europees niveau hebben wij inderdaad gepleit voor een breed pakket aan maatregelen, waarbij ondersteuning van de markt via particuliere opslag geflankeerd werd door onder andere aanbod beheersende maatregelen. De Europese Commissie heeft toen een andere keuze gemaakt, die niet tot grote oplossingen heeft geleid. Nieuwe steunmaatregelen vanuit Europa zijn niet onmiddellijk aan de orde. We blijven wel de acute situatie benadrukken bij Europa, onder meer de vraag naar volledige en accurate marktinformatie.
Minister Borsus heeft al een aantal oplossingen gevonden met de export naar China. We mogen ons wel niet enkel richten op China. We willen verschillende markten bespelen. Het is wel eigenaardig dat sommige markten maar geïnteresseerd zijn in bepaalde delen van een varken.
Vanuit Vlaanderen ondersteunen we de export van varkensvlees mee via het Belgian Meat Office (BMO), een onderdeel van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). Het Belgian Meat Office ontving in april van de Europese Commissie 650.000 euro subsidie om een specifieke promotiecampagne op te zetten om varkensvlees naar Azië en Australië uit te voeren.
Door overleg met andere overheden is het Prijzenobservatorium tot stand gekomen.
Er zijn ook nog een aantal andere initiatieven, gericht op de varkenshouderij, o.a.: de demoprojecten om bijvoorbeeld op basis van reductie van voedselgebruik de rendabiliteit te verhogen, er is veel aandacht voor jonge landbouwstarters in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de VLIF-steun voor bedrijfsovernames, maar ook nieuwe betalingsrechten uit de reserve.
Wij blijven er, binnen de mogelijkheden die we hebben, alles aan doen om die sector zo veel mogelijk te ondersteunen.”
Jos De Meyer zal de minister blijven aanmoedigen om deze sector te volgen en te steunen en om voldoende ondersteunende maatregelen te nemen.