In 2017 werden 7.651 gevallen van cyberbelaging geregistreerd. In 2016 ging het om 7.897 gevallen. Dat komt neer op meer dan 20 gevallen per dag. Voor 2018 lijkt deze tendens zich verder te zetten. In het eerste trimester van 2018 werden al 3.853 gevallen van ‘belaging via internet’ geregistreerd.”, zegt CD&V Kamerlid Franky Demon, die de cijfers opvroeg aan de minister van Binnenlandse Zaken, Pieter De Crem (CD&V).
De meeste gevallen werden geregistreerd in Brussel (1.112), Henegouwen (1.071) en Luik (1.006). “De gevolgen van cyberpesten worden nog altijd onderschat. Er zijn wel tools aanwezig om cyberpesten aan te pakken, maar die zijn blijkbaar nog niet voldoende gekend.”, aldus het West-Vlaamse Kamerlid.
Cyberpesten is op zich geen strafrechtelijke inbreuk, maar wordt in de algemene nationale databank (ANG) wel geregistreerd als ‘belaging via internet’. Demon verduidelijkt dat niet elk geval van cyberpesten wordt gemeld, het gaat dus enkel over de geregistreerde klachten. “Het dark number ligt wellicht nog een pak hoger”, zegt Demon. “Dat er meer meldingen zijn, betekent ook dat mensen cyberpesten meer durven aangeven”, aldus het Kamerlid. Pesten is strafbaar als de bewijzen onmiskenbaar aantoonbaar zijn, ook zonder dat het slachtoffer formeel klacht moet neerleggen. “Dat is goed want op die manier kunnen ook omstaanders ingrijpen bij online pestgedrag zodat erger voorkomen wordt.”, aldus Demon.
Cyberpesten kan verschillende vormen aannemen, legt Demon uit. “Dat gaat van iemands paswoord bemachtigen om bijvoorbeeld in andermans naam te mailen, tot iemand online uitschelden, kwetsende beelden plaatsen of virtueel uitsluiten.” De gevolgen van cyberpesten worden nog altijd onderschat. Vaak wordt vergeten dat achter een virtueel profiel ook een echte persoon zit. “Nochtans kan dit voorkomen worden door jongeren bewust te maken van de gevaren en valstrikken van het internetgebruik”, zegt Demon. “In de eerste plaats spelen ouders hierin een belangrijke rol door erover te praten met hun kinderen. Geef hen voldoende ruimte om op internet te surfen maar zorg dat je betrokken bent bij wat ze doen op het net”, besluit Franky Demon.