In het bestrijden van heropflakkeringen van COVID-19 spelen de lokale besturen en de zorgraden met hun netwerk een belangrijke rol. Veel lokale besturen willen die rol op een goede manier opnemen, maar niet iedereen heeft dezelfde noden. Daarom werden drie scenario’s opgesteld. Om hun werk te vergemakkelijken zal het lokale niveau ook kunnen beschikken over individuele gegevens. Dit zal gebeuren met respect voor beroepsgeheim en patiëntenrechten.
Sinds een aantal verbeteringen aan het systeem van de centrale contactopsporing werden aangebracht, zijn de cijfers sterk verbeterd. Zo wordt vandaag bijna 75% van de indexpatiënten afgehandeld binnen 24u. 95% van de indexpatiënten wordt afgehandeld binnen 72u. Het gaat dan over mensen waar bijvoorbeeld telefonische contactname niet lukt, en field agents op het terrein langsgaan.
Sinds vrijdag beschikken lokale besturen via de Zorgatlas over gegevens op wijkniveau over de besmettingen in hun stad of gemeente – als die er zijn. Om met deze gegevens nog meer te kunnen doen, zullen ook de individuele gegevens ter beschikking worden gesteld. Dit zal gebeuren via een medisch expert verbonden aan de zorgraad van de eerstelijnszone waaronder de stad of gemeente valt. Op die manier zijn ook uitdagingen rond beroepsgeheim en patiëntenrechten ondervangen.
Lokale initiatieven en het centrale systeem van contact- en bronopsporing kunnen en moeten elkaar versterken. Er zijn daarvoor 3 scenario’s, die steeds op elkaar voortbouwen:
- Lokale besturen focussen op sensibilisering en handhaving van de coronamaatregelen, het belang van meewerken met contactopsporing en het volgen van de quarantaine regels.
- Lokale besturen doen het voorgaande, maar nemen ook zelf een rol op in uitbraakbeheersing en werken complementair met de centrale contactopsporing. Dit gaat bijvoorbeeld over cluster- en bronnenonderzoek.
- Lokale besturen doen het voorgaande, maar zetten een autonoom contactopsporingssysteem op. Dit is wel gekoppeld aan enkele specifieke voorwaarden m.b.t. vertrouwelijkheid, aansprakelijkheid en garantie op invoeren gegeven in het centrale systeem.
Dit scenario is een antwoord op de vragen die gesteld zijn vanuit de regionale partners W13 en Midwest uit West-Vlaanderen. De voorbije dagen is dit technisch uitgewerkt, in overleg met Jan Seynhaeve, voorzitter van de conferentie van burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen, en Kris Declercq, voorzitter van Midwest. Vandaag is afgesproken dat W13 en Midwest op deze manier zullen werken. Een kader werd hiervoor uitgetekend. De werking zal na 1 maand geëvalueerd worden.
Morgen organiseert VVSG samen met Vlaams minister Wouter Beke, Vlaams minister Bart Somers en het Agentschap Zorg en Gezondheid een webinar voor alle lokale besturen, om deze scenario’s toe te lichten.