Charter voor kwaliteitsvol circus in Vlaamse steden en gemeenten
14-12-2012
Op initiatief van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege ondertekenden het Vlaams Circuscentrum en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) vandaag in Gent een charter waarin beide partners een samenwerking aangaan om kwaliteitsvolle reizende circussen hun plaats terug te geven in onze steden en gemeenten.
Vlaanderen heeft een rijke variatie aan zeer degelijke circusacts en gezelschappen. Toch hebben de kwaliteitsvolle nomadische of reizende circussen het moeilijk om in onze steden en gemeenten standplaatsen te vinden. Van hun zijde hebben lokale besturen meer en meer vragen vanwege slechte ervaringen met circussen die zich niet aan de afspraken houden. Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege gaf daarom de opdracht aan het Circuscentrum, de officiële link tussen de Vlaamse overheid en het circusveld in Vlaanderen, om samen met de VVSG een charter op te stellen om een vlotte samenwerking tussen lokale besturen en circussen te stimuleren.
Reizende tentcircussen zijn van oorsprong rondreizende families die een 'traditioneel' programma brengen: een opeenvolging van verschillende circusacts, aaneengesproken door de spreekstalmeester (veelal de circusdirecteur). Hoewel het traditionele circus in Vlaanderen vooral in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw zijn hoogdagen kende, zijn er vandaag nog steeds een aantal van dergelijke circussen: Circus Barones, Circus Bavaria, Circus Pauwels, Circus Picolini, Circus Pipo, Magic Circus, Circus Rose-Marie Malter en Wiener Circus.
Maar ook circuscompagnieën die zich bezighouden met nieuwe vormen van circuskunsten (circustheater, dans- en straattheater), voelen zich vaak aangetrokken om met de tent rond te trekken. Voorbeelden zijn: Circo Ripopolo, Circus Plusminus, Circus Marcel, Circus Ronaldo, Cirque Cirq'u'laire, Hendrik & Co, Théâtre d'un Jour, Hoetchatcha en Cie Circ'ombelico, al reist deze laatste met een omgebouwde oldtimer truck.
Omdat deze circussen ook over de grens trekken, gaat dit verhaal verder dan Vlaanderen. Als lid van een Europese werkgroep van de Franse organisatie HorsLesMurs, (Franse onderzoekcentrum voor straattheater en circuskunsten) schreef het Circuscentrum mee aan een Europees charter voor het ontvangen van circussen in steden en gemeenten. Het Circuscentrum heeft in overleg met de circussector en met de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten dit Europees handvest aangepast aan de Vlaamse context. Het charter wil op basis van wederzijds vertrouwen het overleg en de goede samenwerking tussen lokale besturen en circussen aanmoedigen.
Vlaams minister Joke Schauvliege: “Dit charter brengt onze reizende circussen en de steden en gemeenten dichter bij elkaar. Het moet leiden tot een goede kwaliteit van de werking, betere locaties en werkbare afspraken tussen de lokale overheid en de circuswereld zodat reizende circussen en hun artiesten terug de plaats krijgen die ze verdienen. Ik ben ervan overtuigd dat het lokale cultuurleven er rijker van wordt maar bovendien, dat het het gemeenschapsgevoel kan versterken.”