CD&V wil niet bezuinigen op weduwen
"Het overlevingspensioen moet hervormd worden, maar dat mag in geen geval een besparingsoperatie worden voor de vrouwen", zegt CD&V-kamerlid Sonja Becq vandaag in De Standaard.
Bron: De Standaard.
CD&V is de eerste partij die de koudwatervrees over de overlevingspensioenen overwint en hardop steun geeft aan de hervorming van die pensioenen: de afschaffing ervan en de vervanging door een tijdelijke overbruggingsuitkering. De partij stelt wel twee voorwaarden.
Ten eerste moeten er ruime overgangsmaatregelen komen. De beleidsnota van minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open VLD) die gisteren in de Kamer besproken werd, ziet die maatregelen zeer ruim: de oude regeling blijft gelden voor wie 30 jaar was op 1 januari 2012 en voor wie op het moment van het overlijden van de partner, 45 is. Ten tweede mag de hervorming geen besparingsoperatie worden, en volgens CD&V-kamerlid Sonja Becq betekent dit dat het geld dat vrijkomt, minstens ten dele moet worden gebruikt om de pensioenen van vrouwen te verbeteren, want door de taakverdeling in het gezin de vorige decennia, zijn vrouwenpensioenen gemiddeld veel lager dan die van mannen.
De hervorming van de overlevingspensioenen - weduwen- en weduwnaarspensioenen - die de sociale partners uitwerkten, is een vervanging ervan door een tijdelijke overbruggingsuitkering. Dat heeft een logica. Het weduwenpensioen dateert uit de eerste helft van de vorige eeuw toen de 'moeder aan de haard' als ideaal verankerd werd in de sociale wetgeving. Als de man overleed, kreeg de vrouw een pensioen tot het eind van haar leven zodat ze niet moest gaan werken. Geleidelijk gingen alle vrouwen werken. Het overlevingspensioen werd een handicap: velen gaven hun werk op om die aantrekkelijke uitkering niet mis te lopen, maar dit pensioen en het weinige dat ze mochten bijverdienen, bracht hen maar een beetje boven de armoedegrens en hield hen tegelijk in een werkloosheidsval. Nieuwe, vrij jonge weduwen, vragen dat pensioen almaar minder aan.
CD&V kan instemmen met de vervanging door een overbruggingsuitkering als de overgangsregeling ruim is. En wie niet werkt in die overgangsperiode, moet hulp van de VDAB krijgen om dit nadien wel te vinden.