CD&V wil een nationaal register voor gerechtsdeskundigen
07-05-2012
CD&V heeft een wetsvoorstel klaar dat moet leiden tot de invoering van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen. Aan de hand van een gezamenlijk wetsvoorstel kunnen senator Rik Torfs en kamerlid Sonja Becq de parlementaire procedure versnellen, want de deskundigen op het terrein vragen erom.
Sonja Becq wijst in het wetsvoorstel op de verschillende problemen die zich kunnen voordoen bij het aanstellen van gerechtsdeskundigen in burgerlijke en strafzaken. Zo heeft de rechter niet alleen moeite om een gepaste deskundige te vinden, de criteria om als deskundige erkend te worden zijn behoorlijk onduidelijk. Daarnaast werken de verschillende hoven en rechtbanken met officieuze lijsten, die niet gebaseerd zijn op kwaliteiten en deskundigheidscriteria en daardoor aanleiding kunnen geven tot onjuiste conclusies of zelfs misbruiken.
Rik Torfs wijst ook op enkele lacunes: "Het is momenteel perfect mogelijk dat een deskundige wegens onregelmatigheden geschorst is voor de politierechtbank van Dendermonde, maar wel gevorderd kan worden voor een strafzaak in Gent. Bovendien bestaat het risico dat personen die niet over de juiste capaciteiten beschikken op de lijst van de deskundigen worden geplaatst."
Met een wetsvoorstel voor de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen wordt voldaan aan de verzuchtingen van de Hoge Raad voor de Justitie, die betreurde dat er geen officiële erkenningsprocedure voor deskundigen bestaat. Dergelijke procedure die een kwaliteitsnorm oplegt in termen van kwalificatie en competentie zal de kwaliteit van de deskundigenverslagen doen toenemen, waardoor de noodzaak aan tegenspraak minder groot zou worden.
Volgens Rik Torfs voldoet dit voorstel aan de opmerkingen van de Hoge Raad voor de Justitie: "Zo zal de opstelling van een nationale lijst van gerechtsdeskundigen beheerd worden door een federaal orgaan, waarin enkel deskundigen kunnen worden opgenomen. Bovendien kan er, behoudens enkele uitzonderingen, enkel een deskundige aangesteld worden die op deze nationale lijst voorkomt."
Met dit parlementair initiatief wordt ook tegemoet gekomen aan twee aanbevelingen van de bijzondere commissie van de bijzondere commissie die belast was met de behandeling van seksueel misbruik en feiten binnen pedofilie binnen een gezagsrelatie, inzonderheid binnen de Kerk: zo moet het onderzoek naar een eventuele internering van personen met een geestesstoornis ten volle worden uitgevoerd en moeten de experts tot wie het openbaar ministerie of de strafgerechten zich kunnen richten voldoen aan specifieke eisen inzake kwaliteit en opleiding.
Het wetsvoorstel geeft dan ook duidelijke criteria weer opdat een deskundige kan worden opgenomen in dit nationaal register: hij of zij moet minstens vijf jaar relevante beroepservaring hebben, een getuigschrift van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen, nooit een veroordeling hebben opgelopen (ook niet bij een eenvoudige schuldverklaring overeenkomstig artikel 21ter van het Wetboek van Strafvordering), geen ernstige deontologische tekortkomingen hebben begaan en moet kunnen aantonen dat ze over de juiste beroepscapaciteiten en over de nodige juridische kennis beschikken.
Een ander heikel punt is dat de tarieven van deskundigen nogal aan de lage kant zijn, wat gecombineerd met de laattijdige betaling ervan een negatief effect heeft op het aantal gerechtsdeskundigen dat bereid is gerechtelijke opdrachten uit te voeren. Beide indieners erkennen dat de budgettaire ruimte krap is. "Hier moet over gedebatteerd worden in het parlement en met de bevoegde minister", aldus Becq en Torfs.