Sommige oudere mensen lijden inderdaad doordat ze zich eenzaam en geïsoleerd voelen, zich tot last van hun familie voelen, zinvolle contacten verliezen,.. kortom veel moeilijker betekenis kunnen geven aan het leven. Maar dat de overheid euthanasie als “oplossing” moet aanbieden aan deze mensen, lijkt ons geen goede oplossing. CD&V wil dat de overheid principieel aan de kant van het leven staat.
Een nieuw wettelijk kader voor euthanasie bij voltooid leven creëert eigenlijk een recht op euthanasie en holt de bestaande euthanasiewetgeving, met haar beschermingsmechanismen, volledig uit. Want mensen gaan geen moeite meer doen om de zwaardere procedure van de bestaande wet te volgen, als ze met een nieuw wettelijk kader – dat sowieso een lichtere procedure zou bevatten- hetzelfde resultaat kunnen bereiken.
De contouren voor dergelijk recht op euthanasie zijn moeilijk definieerbaar om in een werkbaar wettelijk kader en procedures om te zetten. Iedere (leeftijds)grens is bijvoorbeeld arbitrair en juridisch onhoudbaar. Want als het recht op autonomie als basis geldt voor euthanasie bij een voltooid leven, hoe kan je dan zeggen dat een 70-jarige een euthanasieverzoek kan doen en een 20-jarige niet? Bovendien kan wat vandaag ‘voltooid’ lijkt, dat morgen niet meer zijn.
Van pubers die worstelen met donkere gedachten over mensen in een existentiële crisis, tot oudere mensen die zich eenzaam voelen. Wie levensmoe is, verdient aandacht en zorg, zodat het levensperspectief terug de bovenhand haalt. De hele (geestelijke) gezondheidszorg vindt er haar bestaansreden in om ons aan deze zijde van het leven te houden. Het kan niet dat mensen het leven opgeven, omdat wij hen opgeven.
CD&V wil dat euthanasie enkel mogelijk blijft wanneer er een medische grondslag is, namelijk in medisch uitzichtloze situaties waarbij de patiënt ondraaglijk lijdt.