CD&V bindt strijd aan tegen kindermisbruik
08-06-2012
Senatoren Cindy Franssen en Sabine de Bethune hebben een wetsvoorstel klaar over de gerechtelijke bescherming van kinderen tegen grooming. Grooming slaat op de strategie die pedofielen toepassen om in contact te komen met kinderen (offline), al dan niet via het internet (online).
Onderzoek heeft aangetoond dat 1 op 5 kinderen in Europa het slachtoffer is van één of andere vorm van seksueel geweld. Er bestaat niet alleen een discrepantie tussen het aantal misbruiken die gemeld worden aan de politie en het werkelijke aantal kinderen die misbruikt worden, kinderen vinden het ook vaak moeilijk om over seksueel misbruik te praten. Zo hebben zij bijvoorbeeld in de meeste gevallen een vertrouwensband opgebouwd met de persoon die hen misbruikt heeft.
Daders nemen vaak hun tijd om met het slachtoffer in contact te komen door een hechte vertrouwensband op te bouwen, het kind te bevoorrechten, geheimhouding te bewerkstelligen en vervolgens stapsgewijs hun grenzen te verleggen. Op deze wijze hoeven de meer nadrukkelijke vormen van geweld of macht niet gebruikt te worden en kan het misbruik tevens veel langer in stand worden gehouden. Het kind wordt immers zodanig psychologisch bespeeld dat het de dader niet wil of durft verraden, het misbruik niet kan plaatsen en dat het zich zelf verantwoordelijk voelt voor het misbruik. Dit is een aloude strategie van misbruik die internationaal bekend staat als 'grooming', wat letterlijk vertaald wordt als 'verzorgen' of 'voorbereiden'.
Een relatief nieuw, maar steeds zorgwekkender fenomeen daarentegen is 'online' grooming. Pedofielen maken gebruik van de anonieme virtuele wereld en het open karakter van internet om in contact te komen met jongeren. Ook hier is grooming een veelal langer lopend proces waarbij de dader, die zich kan voordoen als een jonger persoon, door veelvuldig chat- en e-mailcontact langzaam het vertrouwen wint van het kind, het kind verleidt tot het delen van intimiteiten en op die wijze het kind in de digitale wereld vatbaar maakt voor seksueel misbruik in de fysieke wereld.
Beide senatoren willen met hun wetsvoorstel zowel het probleem van 'offline' als 'online' grooming aanpakken: zo willen zij niet alleen een strafverzwaring instellen voor offline grooming, zij stellen ook voor om een afzonderlijke strafbepaling voor online grooming op te nemen in het Strafwetboek, zoals verplicht in de Europese Richtlijn rond het bestrijden van seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen en kindpornografie van 2011.
Dit voorstel kadert bovendien in de One in Five-campagne die de Raad van Europa is gestart om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen. Als Belgische afgevaardigde vanuit de Senaat, zetelt Cindy Franssen in de Raad van Europa en ze is specifiek voor deze campagne, waar ook grooming aan bod komt, aangesteld als verbindingsparlementair. Zij is ervan overtuigd dat deze wetswijziging noodzakelijk is: "Een strafverzwaring is nodig, niet alleen omwille van de uitgebreide planning en voorbedachtheid die van grooming uitgaat, maar vooral omwille van de kwalijke effecten die het heeft op het kind: schaamte, angst, schuldgevoelens en moeilijkheden om vertrouwensrelaties op te bouwen."
Tevens voert het wetsvoorstel een aparte strafbaarstelling in voor 'online' grooming. De huidige wetgeving die men kan toepassen op 'online' grooming en seksueel misbruik via nieuwe technologieën is immers verouderd, houdt onvoldoende rekening met de nieuwe kanalen waarlangs misdrijven gepleegd kunnen worden en leidt tot een onsamenhangende aanpak van eenzelfde fenomeen.
Sabine de Bethune: "Het is de taak van de overheid om zoveel mogelijk gelijke tred te houden met ontwikkelingen in de techniek, en wetgeving waar nodig aan te passen, om een noodzakelijk antwoord te bieden op een snelgroeiend en zorgwekkend fenomeen. Van een afzonderlijke strafbaarstelling gaat bovendien een belangrijk signaal uit."