Een verstrenging van de voorwaarden voor het minimumpensioen zou in de toekomst dubbel zoveel vrouwen als mannen treffen. Dat blijkt uit cijfers opgevraagd door CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri aan minister van Pensioenen Lalieux (PS). In het pensioenplan dat CD&V lanceerde met een eigen website, hetpensioenplan.be, doet de partij een aantal voorstellen om pensioenen eerlijker te maken en dus de kloof tussen mannen en vrouwen te dichten. De genderkloof vergroten kan voor CD&V dus absoluut niet.
Kamerlid Nahima Lanjri (CD&V):
“Deze cijfers tonen aan dat bijkomende voorwaarden wat effectieve tewerkstelling betreft vrouwen disproportioneel zouden treffen. De genderkloof, die al enorm is, zou daarmee nog groter worden. CD&V wil met haar pensioenplan net het tegenovergestelde bereiken. Dat doen we onder meer door het recht op minimumpensioen te verlenen op basis van het aantal gewerkte dagen in plaats van een vast aantal jaren. Een jaar waarin iemand deeltijds werkte, telt zo toch nog gedeeltelijk mee in het opbouw van het recht op minimumpensioen. Vrouwen werken immers veel vaker deeltijds dan mannen. Daarnaast willen we bereiken dat vrouwen niet langer alleen opdraaien voor carrièrekeuzes die een koppel gezamenlijk maakt, door de invoering van een pensioensplit.”
Vandaag kan enkel wie 30 loopbaanjaren achter de rug heeft, aanspraak maken op het minimumpensioen. Loopbaanjaren zijn jaren van effectieve tewerkstelling en gelijkgestelde periodes, zoals ouderschapsverlof.
De regeringspartijen hebben zich voorgenomen om een bijkomende voorwaarde in te voeren, namelijk een minimumaantal jaren effectieve tewerkstelling (zonder gelijkgestelde periodes). De discussie woedt echter over het aantal jaren.
Wanneer gekozen wordt voor 20 jaar effectieve tewerkstelling, dan zouden meer dan 6 op de 10 vrouwen geen minimumpensioen meer ontvangen. Zelfs wanneer dit “slechts” 10 jaar (met minimum van 208 gewerkte dagen per jaar) zou worden, dan nog verliezen bijna 4 op de 10 vrouwen hun recht op een minimumpensioen. Bij de mannen gaat het om twee op tien (19%).
De onderstaande tabel toont het effect van de invoering van de bijkomende voorwaarde van 10, 15 jaar of 20 jaar effectieve tewerkstelling op de 30 loopbaanjaren die men moet aantonen om in aanmerking te komen voor een minimumpensioen.
|
Vrouwen die recht op minimumpensioen verliezen | Mannen die recht op minimumpensioen verliezen |
30 loopbaanjaren |
38,4 % | 19,0 % |
30 loopbaanjaren waarvan 15 effectief |
51,7% | 24,1 % |
30 loopbaanjaren waarvan 20 effectief |
62,5% | 29,2 % |
(volgens cijfers 2020)
Werknemers harder getroffen dan zelfstandigen
Een verstrenging van de voorwaarden voor het minimumpensioen zal ook werknemers veel harder treffen dan zelfstandigen. Dat komt omdat werknemers vaker gebruik maken van gelijkgestelde periodes. Uit een rapport van het Planbureau in 2016 blijkt dat respectievelijk 30 en 37 percent van de pensioenopbouw van mannen en vrouwen, die recent met pensioen gingen in het werknemersstelsel, wordt gelijkgesteld. In het zelfstandigenstelsel bedraagt dit aandeel respectievelijk 3 en 5 percent.
Onderstaande tabel toont het effect van bijkomende voorwaarden voor werknemers en zelfstandigen.
Werknemers die recht op minimumpensioen verliezen | Zelfstandigen die recht op minimumpensioen verliezen | |
30 loopbaanjaren waarvan 10 effectief |
51,7% | 6,5% |
30 loopbaanjaren waarvan 15 effectief |
65,4% | 8,8% |
30 loopbaanjaren waarvan 20 effectief |
75,7% | 10,8% |
Wat wil CD&V?
- CD&V wil een dubbele toegangspoort voor het minimumpensioen:
- Via een loopbaan van 30 jaar, inclusief gelijkgestelde periodes, maar dan met een bepaald aantal effectief gewerkte jaren, zoals ook afgesproken in het regeerakkoord. Dit aantal effectief gewerkte jaren moet echter rekening houden met het effect op vrouwen en wordt dus best geleidelijk aan en mét een overgangsperiode ingevoerd. Dit om te vermijden dat vrouwen disproportioneel getroffen worden en vaker uit de boot vallen.
- Via 20 effectief gewerkte jaren of 6.240 effectief gewerkte dagen. Op deze manier maken we het minimumpensioen toegankelijk voor meer mensen en met name voor vrouwen, die effectieve arbeidsprestaties leverden maar niet aan een loopbaan van 30 jaar komen.
- CD&V schoof recent ook een totaal nieuwe piste naar voor die een beter alternatief vormt voor de huidige reglementering voor het minimumpensioen. CD&V wil bij de berekening van het minimumpensioen elke dag laten meetellen. Zo bouwen ook mensen die deeltijds werken, of onvoldoende jaren werkten, toch nog een zeker leefbaar pensioen op en wordt hun arbeid steeds gevaloriseerd. In vele gezinnen werkt immers één of meerdere ouders, nog steeds vooral vrouwen, deeltijds om te zorgen voor hun gezin. Zij lopen vandaag het risico om geen recht te krijgen op een minimumpensioen omdat ze onvoldoende jaren gewerkt hebben. Dat kan tot dramatische situaties leiden, vooral bij scheidingen. Door elke gewerkte dag te laten meetellen, bouwt men voor elke dag ook recht op voor een (minimum)pensioen. Uiteraard is het bedrag van dit pensioen steeds afhankelijk van het aantal gewerkte dagen.