Een aantal gemeenten kiest er vandaag voor om trajectcontroles te laten plaatsen en beheren door private bedrijven. CD&V vreest dat gemeenten daarbij hun autonomie op vlak van verkeersveiligheid verliezen. “De gemeenten moeten alle sleutels in handen houden om de verkeersveiligheid van hun inwoners te garanderen. Verkeersveiligheid moet altijd voorop staan”, zeggen Vlaams parlementsleden Jo Brouns en Brecht Warnez.
Gemeenten kunnen dankzij een decreetswijziging uit 2020 zelf GAS-boetes opleggen bij lichte snelheidsovertredingen in zone 30 en 50, als zij zelf de trajectcontrole financieren. Omdat dit vaak over grote bedragen gaat besteden een aantal gemeenten dit nu uit via het systeem ‘Trajectcontrole as a service’. Hierbij dreigt de private partner ook mee te kunnen bepalen welke verkeersmaatregelen worden genomen, via het contract dat met het lokale bestuur wordt afgesloten.
“Een private speler mag nooit bepalen op welke manier een straat verkeersveilig wordt ingericht. Een lokaal bestuur moet zelf in alle onafhankelijkheid kunnen beoordelen op welke manier fietsers en wandelaars veilig op straat kunnen”, aldus Brecht Warnez. “Private investeerders mogen van dit boetesysteem geen geldkoe maken en mogen niet meebeslissen over het verkeersveiligheidsbeleid”. CD&V vraagt daarom aan ministers Peeters en Somers om een duidelijk standpunt in te nemen en desnoods het decreet aan te passen zodat elke inmenging onmogelijk wordt.
“Het installeren van een trajectcontrole is veel meer dan louter een filtscamera plaatsen. Er gaat een heel systeem mee gepaard, van de vaststelling tot de verwerking en de administratieve opvolging,” stelt Jo Brouns, die daarom een alternatief voorstelt. “Binnen een politiezone kan je voor dergelijke projecten samenwerken met deelnemende gemeenten. Op die manier beslissen de lokale besturen ook zelf over alle verkeerstechnische ingrepen.”