CD&V wil geen knip tussen de bachelor en de master in het hoger onderwijs, zoals het regeerakkoord en de minister van Onderwijs vooropstellen. Concreet betekent zo een knip dat wie niet slaagt voor alle vakken na de derde bachelor, niet naar de master kan. Uit cijfers die Vlaams parlementslid Brecht Warnez opvroeg blijkt dat die knip meer dan één op vier studenten zou treffen. CD&V wil af van het voorstel en stelt een ‘knipperlicht’ voor na het eerste jaar: wie na het eerste jaar niet slaagt voor de helft van de vakken krijgt van de universiteit of hogeschool extra voorwaarden opgelegd.
“Na drie jaar ingrijpen is te laat, cijfers tonen aan dat studenten hierdoor langer studeren. Als we studenten willen helpen, moeten we hen ondersteunen en hen sneller een andere weg laten inslaan door na het eerste jaar te werken met een knipperlicht”, zegt Vlaams parlementslid Brecht Warnez.
Het Vlaamse regeerakkoord en de beleidsnota van de minister van onderwijs Ben Weyts willen een ‘knip’ invoeren tussen de bachelor en de master: wie na de derde bachelor niet voor alle vakken slaagt, mag niet naar de master. Studenten kunnen een uitzondering vragen als ze geslaagd zijn voor hun bachelorproef en minder dan 30 studiepunten (de helft van de vakken) meenemen naar de master.
“Één op vier studenten wordt hierdoor getroffen. De meeste nodeloos”, stelt Warnez. Uit cijfers die het parlementslid opvroeg bij minister Weyts blijkt dat meer dan 3.800 studenten een uitzondering moeten aanvragen. Zelfs al krijgt elke student een uitzondering, riskeert de knip een duizendtal studenten langer te laten studeren omdat ze verplicht worden trager te studeren. Voor vijfhonderd studenten zou de knip eventueel een meerwaarde zijn, al is dat volgens de CD&V’er niet op de juiste manier. “De knip zorgt ervoor dat studenten die tegengehouden worden in hun vierde studiejaar een te rustige studietijd hebben, omdat ze maar enkele vakken mogen volgen. Het jaar nadien moet de student plots alle vakken opnemen. Met deze uitersten help je geen enkele student. Het is bovendien niet het signaal dat we willen geven”, aldus Warnez.
Warnez wijst verder op de administratieve overlast die een knip met zich meebrengt door de vele uitzonderingen die moeten gevraagd worden. Tot slot vindt Warnez de knip ook gewoon te laat komen tijdens de studieloopbaan: “Studenten pas na drie jaar studeren een halt toe roepen is te laat. Je helpt daar noch de student, noch de ouders, noch de samenleving mee.”
Sneller knipperlicht na eerste jaar
CD&V ziet meer heil in goede oriëntering en een snellere aanpak. Als alternatief wil Brecht Warnez na het eerste bachelorjaar al een duidelijk knipperlicht plaatsen. “Wie na het eerste jaar niet slaagt voor de helft van de vakken, kan niet vrijblijvend die opleiding verder volgen. Die krijgt van de universiteit of hogeschool extra voorwaarden opgelegd”, legt Warnez uit.
Voor studenten die willen heroriënteren naar een andere opleiding of kiezen voor de arbeidsmarkt, wil CD&V individuele begeleiding voorzien. “Een goede heroriëntatie is belangrijk. Studenten die heroriënteren behalen gemiddeld een hoger studierendement in de nieuwe opleiding, als we vergelijken met studenten met dezelfde resultaten die voortstuderen in dezelfde opleiding,” stelt Warnez uit de opgevraagde cijfers vast.
Jaar na jaar neemt studieduur toe
Uit studies en cijfers blijkt duidelijk dat de studie-efficiëntie in het Vlaamse hoger onderwijs beter moet. Twee op drie studenten studeert langer tijdens de bacheloropleiding. Daarmee scoort Vlaanderen slechter dan het gemiddelde in de OESO-landen waar 39 procent het bachelordiploma tijdig haalt. Jaar na jaar neemt de studieduur in Vlaanderen ook toe ook toe. Bovendien verlaat één op vijf studenten de bacheloropleiding zonder een diploma te behalen.
“Als we studenten optimaal hun talenten willen laten ontwikkelen moeten we blijvend inzetten op begeleiding. Elke student mag falen maar voor de student is het evenzeer belangrijk dat hij of zij ook de nodige successen boekt”, sluit Brecht Warnez af.