Vlaams parlementslid Vera Jans doet vandaag een opmerkelijk voorstel: zij pleit voor het aanbieden van studentenkoten door sociale huisvestingsmaatschappijen. Jans doet dit voorstel in de commissie Wonen in het Vlaams parlement. “Sociale studentenkoten kunnen voor jongeren het verschil maken tussen wel of niet gaan studeren”, zegt het parlementslid. Studentensteden in Vlaanderen kampen al enkele jaren met een tekort aan studentenkoten. Zo heeft de stad Gent een tekort aan ruim 90.000 koten en die cijfers zouden de komende jaren verder stijgen.
Voor veel gezinnen betekent dit dat er ruim op voorhand op zoek moet worden gegaan naar een betaalbare studentenkamer en dat die zoektocht vaak bijzonder moeilijk verloopt. “Dit tekort aan studentenhuisvesting brengt heel wat gezinnen in de problemen: hoe minder studentenkoten er op de markt zijn, hoe meer studenten uiteindelijk voor een studentenkot opteren dat te duur of niet geschikt is. Het aanbod is gewoon niet ruim en niet divers genoeg”, zegt Vera Jans. Zij pleit voor het aanbieden van sociale studentenhuisvesting om hieraan tegemoet te komen. “Sociale studentenhuisvesting kan zorgen voor een ruimer aanbod aan koten die bovendien aan een sociaal tarief worden aangeboden. Dit helpt studenten uit gezinnen met lagere inkomens vooruit én het zorgt op de reguliere markt ook voor andere studenten voor een ruimer aanbod.”
Het verschil tussen verder studeren of niet
Volgens Vera Jans kan het aanbieden van studentenkoten door sociale huisvestingsmaatschappijen het verschil maken tussen wel of niet verder studeren. “Studenten uit gezinnen met een lager inkomen of studenten die zelf hun studies betalen hebben geen 350 tot 400 euro per maand om een kot te huren. Als je hen een kot kan aanbieden aan een sociaal tarief, wordt studeren aantrekkelijk. Heel wat onderwijsinstellingen nemen daarom zelf initiatieven om een kot betaalbaar te maken. KU Leuven heeft bijvoorbeeld eigen koten, maar niet alle onderwijsinstellingen bieden dit aan. Er zijn ook veel hogescholen in kleinere steden waar het aanbod aan studentenkoten heel beperkt is. Sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen de onderwijsinstellingen daarbij helpen”, legt Jans uit.
“Net zoals sociale woningen nodig zijn en echt wel het verschil maken voor mensen, kan een aanbod aan sociale koten ook het verschil maken tussen voortstuderen of niet. Voor de toewijzing van die koten moet je naar de sociale context van een student kijken. Ook voor jongeren uit de jeugdhulp kan dit een hefboom zijn”, besluit Vera Jans.