CD&V wil voor organisatoren van gezinsopvang en groepsopvang de mogelijkheid creëren om in het postcoronatijdperk op bepaalde dagen en momenten tot twintig procent méér kinderen op te vangen dan dat er vergunde plaatsen zijn. Uiteraard zonder het in het decreet vastgestelde maximum aantal kinderen te overschrijden en zonder boven het toegestane maximale jaargemiddelde van bezetting uit te komen.
“Door een beperkte overbezetting op bepaalde momenten of dagen toe te staan, maken we het mogelijk om de bezetting beter te doen aansluiten bij de vergunde capaciteit én kunnen opvanglocaties makkelijker de nodige flexibiliteit bieden”, zeggen Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers en CD&V-voorzitter Joachim Coens op de Dag van het Gezin. Schryvers diende er eerder een voorstel van decreet over in dat wellicht voor het zomerreces wordt gestemd. De vraag om occasionele overbezetting mogelijk te maken is tevens een vraag vanuit de sector.
Momenteel bepaalt de regelgeving dat er maximaal evenveel kinderen tegelijk aanwezig mogen zijn in de opvang van baby’s en peuters als het aantal plaatsen waarvoor de opvanglocatie een vergunning heeft. CD&V wil voor organisatoren van gezinsopvang en groepsopvang de mogelijkheid creëren om op bepaalde dagen en momenten tot twintig procent méér kinderen op te vangen dan dat er vergunde plaatsen zijn.
Dat betekent dat een organisator met een vergunning voor 20 opvangplaatsen wel degelijk op dagbasis maximaal 24 kindjes mag opvangen. Op jaarbasis moet de organisator zich wel blijven houden aan het maximum van 20 kindjes. Bovendien mag de maximale leefgroepgrootte van achttien kinderen nooit overschreden worden en mogen er per aanwezige kinderbegeleider nooit meer kindjes aanwezig zijn dan het decretaal bepaalde maximum. Dat zijn immers belangrijke elementen voor een kwalitatieve opvang. In de groepsopvang wordt gestreefd naar maximaal zeven aanwezige kinderen per kinderbegeleider. Het voorstel geeft dezelfde mogelijkheden aan de gezinsopvang, beter bekend als de onthaalouders, voor zover het maximum van acht tegelijk aanwezige kindjes niet wordt overschreden.
De voordelen:
- De occasionele overbezetting maakt het mogelijk om flexibel in te spelen op plotse en dringende vragen van ouders. De arbeidsregeling van werkende ouders is niet altijd even voorspelbaar en nu moeten ze vaak voor een vooraf niet ingeplande opvangdag op zoek naar een andere opvang. Het gebeurt ook dat (aanstaande) ouders ergens een plaats vinden voor hun kind, maar niet voor een bepaalde dag in de week. Daarvoor moeten zij dan – tijdelijk of voor een langere periode – uitwijken naar een ander initiatief.
- Het is een relatief eenvoudige manier om een aantal bijkomende plaatsen binnen de kinderopvang te creëren. De bestaande plaatsen worden immers optimaler bezet.
- De huidige regels en het feit dat er afwisselend periodes zijn van meer of minder vraag naar opvang, maken dat een kinderopvang op jaarbasis nooit de optimale bezetting van 100 procent kan benaderen. Zo bedroeg in 2016 het gemiddelde prestatiepercentage (effectieve aanwezigheden) in de groepsopvang 89,19 procent. Aangezien de bezetting een invloed heeft op de subsidiëring, zal de mogelijkheid tot overbezetting er mee voor zorgen dat het organiseren van kinderopvang leefbaar blijft.
“Mensen met kinderen moeten steeds de mogelijkheid hebben om in occasionele gevallen toch opvangmogelijkheden te hebben voor hun baby’s of peuters. De arbeidsregeling van ouders ligt niet altijd lang op voorhand vast, een sollicitatiegesprek kan plots wijzigen van dag,… Door een beperkte overbezetting toe te laten in de kinderopvang, kunnen de kinderen toch terecht in hun gebruikelijke kwalitatieve opvang”, besluiten Schryvers en Coens.