De plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft een wetsontwerp goedgekeurd dat een energienorm invoert. Naar analogie met de loonnorm, moet de energienorm de energiekosten in lijn brengen met die van de buurlanden. Het doel is om zowel de koopkracht van gezinnen als de concurrentiepositie van bedrijven te beschermen.
Met de invoering van de energienorm zou de energieregulator CREG jaarlijks tegen 15 mei een vergelijking maken van de kosten van energie en aardgas in België, Duitsland, Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Vervolgens zal de CREG tegen 1 juli de minister van Energie adviseren over eventuele maatregelen om de concurrentiekracht van ondernemingen en de koopkracht van consumenten te vrijwaren.
CD&V-Kamerlid en -energiespecialiste Leen Dierick reageert opgetogen: “De meerderheid zet hiermee een belangrijke stap naar een nieuw, rechtvaardiger energiebeleid. De energieregulator zal jaarlijks de energiekosten vergelijken met die van onze buurlanden. Verschillen die niet te verantwoorden zijn, worden aangepakt. Zo beschermen we de koopkracht van de consument en de concurrentiepositie van onze ondernemingen, zodat zij minder getroffen worden door een wispelturige markt. Onze elektro-intensieve bedrijven moeten op een gelijk speelveld kunnen concurreren met de buren.”
CD&V-voorzitter Joachim Coens: “Sinds 2014 staat de energienorm in ons partijprogramma. Het was ook een belangrijk voorstel (nr. 33) tijdens het Power On! congres van de partij in december 2021. Sinds enkele maanden zijn de elektriciteits- en aardgasprijzen zeer fors gestegen. Dat treft de gewone mensen in hun portemonnee. Die stijging komt bovenop de vaststelling dat Belgische gezinnen en kleine ondernemingen een erg hoge energiefactuur betalen in vergelijking met onze buurlanden. Maatregelen die de koopkracht van de gewone mensen ondersteunen zijn dan ook broodnodig. De energietransitie kan daarenboven enkel slagen als energie ook betaalbaar blijft. Dat is een taak van de overheid.”
Het wetsontwerp bevat nog enkele andere bepalingen. Zo krijgt een consument voortaan steeds 15 dagen de tijd om een verhoogd voorschot van de leverancier te weigeren. Verder zal bij energieleveringscontracten met variabele prijs de opzegging na 6 maanden niet langer leiden tot de aanrekening van de gehele jaarlijkse vaste vergoeding. Het wetsontwerp stelt vast dat de vergoeding berekend moet worden in verhouding met het aantal leveringsdagen.