Paul Cerstiaens (77) en Anton Schuurmans (29). Een Kempense spraakwaterval en een in Brussel wonende Limburger. Hun gemeenschappelijke deler? De grote liefde voor de christendemocratie. Bij Paul begon die in de lokale politiek, waarna hij zich als onder meer ledenwerver met veel engagement inzette. Voor Anton is het dit jaar de eerste keer dat hij meedoet aan de verkiezingen. Na enkele jaren achter de schermen, waagt dit aanstormend politiek talent zijn kans om op de voorgrond te treden. We praten met hen over campagne voeren en wat zo bijzonder is aan onze partij.
& Paul, hoe ben jij in de politieke wereld terechtgekomen?
Paul: “Ik zat bij 31 verenigingen en trok al snel de lokale politiek in. Ondertussen bleef ik werken bij de drukkerij van de paters van Tongerlo. Vandaar dat iedereen mij ‘Pater Paul’ noemt (lacht). Op een bepaald moment ben ik dan gestopt met de lokale politiek. Door als vrijwilliger altijd hard te blijven werken voor de partij, werd ik eens uitgeroepen tot de beste ledenwerver van die tijd. Daarvoor werd ik zelfs ontvangen bij Jean-Luc Dehaene.”
Anton: “Bij mij is het eigenlijk ook onder meer via verenigingen en de studentenraad gegroeid dat ik in de politiek ben terechtgekomen. Veel mensen zeiden me dat ik het goed kon uitleggen en het hart op de juiste plek heb. Dat vind ik belangrijk. Want voor mij is CD&V de partij die een probleem langs alle kanten bekijkt en beslissingen neemt in het algemeen belang.”
Paul: “Mijn hoofdonderwijzer vroeger zei altijd ‘politiek is een kwaal, maar de minste kwaal van alle kwalen is de CVP, want dat is tenminste de gulden middenweg’. Dat vat het goed samen. Bij ons gaat het niet om extremen. We zijn niet links of rechts. We zijn het meest aanvaardbare voor alle mensen.”
Anton: “Dat zei mijn opa ook altijd. Het is niet voor of tegen de auto. Het is zoeken naar welk interessant alternatief we voor automobilisten hebben om hun auto wat meer aan de kant te laten staan en bijvoorbeeld te kiezen voor de fiets. Dat is wat een christendemocraat doet.”
Bij CD&V gaat het niet om extremen, om links of rechts, maar om de gulden middenweg. We zijn het meest aanvaardbare voor alle mensen. - Paul Cerstiaens
& Voor wie vandaag campagne voert, is sociale media niet meer weg te denken. Hoe kijken jullie daarnaar?
Anton: “Ik woon in Schaarbeek, samen met 135.000 andere mensen. Die kennen mij allemaal niet persoonlijk. De sociale media is dus voor mij heel dankbaar.”
Paul: “Toch blijft dat sociale contact en de ontmoetingen met mensen natuurlijk nog belangrijk, ook in tijden van sociale media.”
Anton: “Klopt. Voor mijn campagne maakte ik een maquette op één vierkante meter. Daar plaatste ik zestig van mijn ideeën op. Met mijn maquette trek ik dan naar het park, naar de braderij of de rommelmarkt. Mensen komen dan naar me toe en vragen me wat ik meeheb. Je doet een babbel en neemt die mensen op een positieve manier mee in je verhaal. Het is met scherpe, toffe, creatieve ideeën dat je ook de pers kan halen. Een paar maanden geleden kreeg ik het idee om de slechte staat van de wegen in Brussel aan te kaarten. Ik begon de gaten in het wegdek te vullen met bloemen. Een actie die de pers gehaald heeft en het goed deed op sociale media.”
Paul: “Dat is een nieuwe, verfrissende manier van campagne voeren dan mensen gewoon een flyer in hun handen steken om te zeggen waar je voor staat. Wanneer mensen je niet kennen, vliegt die flyer toch gewoon de vuilbak in. Je merkt wel duidelijk een verschil met vroeger, maar ik kan het alleen maar toejuichen dat er zulke creatieve mensen aan politiek doen. Zo zouden er meer moeten zijn.”
Anton: “Je moet eigenlijk altijd zoeken naar de win-win voor de inwoners en voor jezelf.”
Paul: “Eigenlijk is dat zoals bij de doplokalen. Als je vroeger moest gaan stempelen, dan moest je elke dag naar zo’n lokaal. Met enkele vrijwilligers trokken we daar meermaals naartoe om campagne te voeren voor Luc Van den Brande, minister van Werkgelegenheid in die tijd. Aanvankelijk lachten, dronken en kaartten we wat mee met die mannen in de doplokalen zonder het al te veel over politiek te hebben. Na een paar bezoeken, kenden we hen al goed en overhandigden we hen een flyer van Luc. We vertelden waar hij voor stond en mensen waren enthousiast om op hem te stemmen. Je moet eerst vertrouwen opbouwen met de kiezers alvorens die voor jou te winnen.”
& Op sociale media zijn de reacties tegenover elkaar niet altijd even mild. Hoe verliep dat in tijden waarin er nog geen Facebook of Twitter bestond?
Paul: “Vroeger was het een sport van ‘mekaar vliegen af te vangen’. Dan werden verkiezingsborden van anderen beklad, afgeplakt, verplaatst of zelfs in de gracht gegooid (lacht).”
Anton: “Dat gebeurt nu online. De sociale media is het moderne afplakken van elkaars borden."
Voor moeilijke problemen bestaan soms geen simpele oplossingen. Toch moet je dat als politicus altijd benoemen, durven zeggen waar je voor staat en kiezen voor de duidelijkheid. - Anton Schuurmans
& Hoe zien jullie campagne voeren in de toekomst evolueren?
Paul: “Sowieso moeten we blijven inzetten op sociale media. Daar kunnen we niet meer onderuit. Je moet volgen, of je nu wilt of niet. Affiches en borden blijven voorlopig bestaan, maar of dat in de toekomst nog zo zal zijn, weet ik niet. Het allerbelangrijkste bij campagne voeren is dat je je boodschap op een geloofwaardige manier overbrengt.”
Anton: “Inderdaad, je moet kiezen voor de duidelijkheid. Ik heb nu het voorstel gelanceerd om de tweede en derde parkeerkaart in Schaarbeek te schrappen. Geen enkele andere partij durft dat. Ik weet dat ik daarmee veel mensen tegen de borst stoot. Maar ik blijf bij mijn standpunt. Ik geef de inwoners tenminste duidelijkheid waar ik voor sta. Een wollige boodschap brengen, daar heeft niemand wat aan. Dat is ook wat mij tegenwoordig stoort. We durven te weinig zeggen waar we voor staan en dat er voor moeilijke problemen soms geen simpele oplossingen bestaan. Die tendens probeer ik te doorbreken. Ik doe er alles aan om mijn campagne te laten slagen. Ben ik niet verkozen, dan is dat jammer, maar dan heb ik er wel alles aan gedaan en hoef ik me niets te verwijten.”
Paul: “Jij wordt nog ‘ne groten’, Anton. Binnen tien jaar ben je minister.”