Busstrook ook openstellen voor diensten aangepast vervoer
05-03-2015
Aangezien de diensten voor aangepast vervoer kunnen worden beschouwd als alternatief openbaar vervoer, zouden ook zij gebruik moeten kunnen maken van busstroken, vindt Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers. Haar suggestie aan de Vlaams minister van Mobiliteit zette hem ertoe aan om een en ander te onderzoeken.
Zich vlot verplaatsen is voor de meeste mensen een dagelijkse vanzelfsprekendheid. Te voet of met de fiets, met de eigen wagen, een taxi of met bus of tram naar het werk, naar vrienden, naar activiteiten… Voor personen met een ernstige bewegingsbelemmering omwille van bijv. een handicap, is dat helemaal anders. Hun bewegingsbeperktheid verhindert hen vaak om op pad te gaan. Al te dikwijls leidt dit tot verlies van kansen op het vlak van wonen, opleiding, ontspanning en tewerkstelling. De diensten aangepast vervoer, zoals bijv. Handicar of De Rolkar, proberen hierop een antwoord te bieden. Op vraag van hun cliënten vervoeren ze hen van deur tot deur in voertuigen die toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. De cliënt betaalt per kilometer. De diensten aangepast vervoer worden in hun werking financieel gesteund door Vlaanderen, provincies en gemeenten. De website van het VAPH vermeldt 14 diensten voor aangepast vervoer, verspreid over de verschillende provincies.
De wagens die in dienst rijden van de DAV’s mogen echter geen gebruik maken van bijzonder overrijdbare beddings of busstroken, terwijl taxi’s en voertuigen van het openbaar vervoer of voor schoolvervoer dat wel mogen. “Nochtans kan de dienstverlening van de DAV’s vergeleken worden met die van een taxi,” vindt Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers, “de DAV’s vervoeren immers mensen die zelf minder mobiel zijn en geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Eigenlijk kunnen ze dus gecatalogeerd worden als alternatief openbaar vervoer.”
Voldoende reden voor Schryvers om bij de Vlaamse minister van Mobiliteit te polsen naar mogelijkheden om de busstroken ook toegankelijk te maken voor de diensten aangepast vervoer. De minister bleek hiervoor wel gewonnen, bleek uit zijn antwoord op een parlementaire vraag van Schryvers. Hij beloofde de vraag te onderzoeken in overleg met de andere Gewesten en de gemeenten. “Natuurlijk blijft het belangrijk om een busstrook zoveel als mogelijk te vrijwaren voor hetgeen zij in het leven is geroepen: voor collectief vervoer en bepaalde vormen van woon-werkverkeer,” zegt Schryvers, “voor de DAV’s zou het gebruik echter een groot pluspunt zijn. De tijdswinst geeft hen immers de mogelijkheid meer mensen te vervoeren.” Schryvers blijft het dossier van nabij verder opvolgen.