Brusselse regering positief over vier nieuwe transregionale tramlijnen
28-02-2013
De Brusselse regering heeft vandaag een positief advies uitgebracht over het voorstel van de Vlaamse openbare vervoersmaatschappij De Lijn om vier nieuwe transregionale tramlijnen aan te leggen. Volgens Brussels minister van Openbare Werken en Vervoer Brigitte Grouwels zorgt het project, waarvoor beide gewesten en maatschappijen samenwerken, voor vollediger mobiliteitsoplossingen die beide gewesten ten goede komen.
De Brusselse regering werd om advies gevraagd in het kader van het zogenaamde plan-MER over de vier lijnen, dat door het Vlaams Gewest momenteel wordt uitgevoerd.
Het gaat om vier zogenaamde transregionale tramlijnen, lijnen die grotendeels over Vlaams maar deels ook over Brussels grondgebied lopen. Op het Brussels grondgebied sluiten ze aan op het bestaande MIVB-net.
Meer concreet gaat het om de volgende vier tramverbindingen:
Boom – Willebroek – Londerzeel - Brussel
Ninove/Gooik - Lennik - Dilbeek - Brussel
Heist-op-den-Berg - Haacht - Zaventem luchthaven – Brussel
Tangentiële verbinding Rand: Jette - Heizel - Vilvoorde - Zaventem luchthaven - Kraainem - Tervuren
Volgens De Lijn hebben deze vier verbindingen het grootste reizigerspotentieel. Ze vormen de missing links in het bestaande spoorwegnet en scoren daardoor ook hoog op het vlak van complementariteit met het GEN-netwerk. De nieuwe lijnen moeten het openbaar vervoer verbeteren van en naar heel wat tewerkstellingspolen in het Brussels hoofdstedelijk Gewest.
De Brusselse regering vraagt in haar algemene advies dat de MIVB en De Lijn goed blijven samenwerken om samen een gemeenschappelijk project uit te werken voor de uitbreiding van het interregionaal tramnet in en rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Met betrekking tot de keuze van de tracés vraagt de Brusselse regering onder meer dat deze gekozen worden in functie van de overstapmogelijkheden op het metronet. De tracés moeten ook complementair zijn met zowel het bestaande MIVB-net als het GEN.
Wat de exploitatie betreft, pleit de Brusselse regering in haar advies voor tariefintegratie en een stadsbediening, met voldoende stopplaatsen, op het Brusselse deel van de lijnen. Hiertegenover staat de ‘sneltram’bediening die De Lijn voorstaat op het Vlaamse deel van de lijnen.
Met betrekking tot de financiering zegt het advies dat er een evenwichtige oplossing moet worden gevonden voor het delen van de investeringskosten. De Brusselse regering suggereert hier dat, in samenwerking met alle operatoren en Gewesten, een faseringsplan voor de uitvoering van deze lijnen zou worden opgesteld.
Minister Brigitte Grouwels: “Meer en betere samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel is noodzakelijk, willen we de verkeersknoop in en rond Brussel ontwarren. De vier transregionale tramlijnen die De Lijn in samenwerking met de MIVB wil aanleggen, zijn een mooi voorbeeld van intergewestelijke samenwerking.”