Bourgeois heeft geen zicht op het aantal lopende beroepen
29-12-2010
Steeds meer mensen krijgen problemen wanneer ze een gebouw willen slopen of renoveren, omdat ze er niet van op de hoogte zijn dat hun pand werd opgenomen op de inventaris Bouwkundig Erfgoed. Wie toch een vergunning krijgen, kijkt vaak aan tegen een beroepsprocedure ingesteld door het agentschap Ruimte en Erfgoed. Vlaams Volksvertegenwoordiger Martine Fournier (CD&V) vroeg minister Geert Bourgeois (N-VA) naar het aantal lopende beroepen, maar tot haar verbazing krijgt de minister geen informatie van zijn administratie.
Zo’n 70.000 gebouwen zijn opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (http://inventaris.vioe.be). Vaak zijn de eigenaars hiervan niet op de hoogte. Wanneer ze dan een slopings- of verbouwingsaanvraag indienen voor een dergelijk gebouw, dan moet de vergunnende overheid verplicht advies vragen aan het agentschap Ruimte en Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed is belast. Dat advies is niet bindend, maar de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar volgt het in de praktijk meestal. Daardoor wordt een negatief advies de facto wel bindend. Burgers kunnen in beroep gaan tegen hun verbod tot sloping.
Wanneer de gemeenten ontvoogd zijn of het gebouw in een BPA ligt, moet er geen advies gevraagd worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, maar kan Ruimte en Erfgoed wel beroep aantekenen tegen een gunstige beslissing.
Martine Fournier vroeg minister Bourgeois naar het aantal van dergelijke lopende beroepen. Op het aantal lopende beroepsprocedures antwoordde de minister: “Momenteel beschikt mijn administratie voor wat de eigen beroepen betreft over beperkt cijfermateriaal. In Antwerpen, Oost- en West Vlaanderen werden in 2010 tussen de 8 en de 10 eigen beroepen ingesteld tegen sloop van inventarisitems, voor Limburg en Vlaams-Brabant zijn echter geen gegevens voorhanden.”
Martine Fournier vindt het hallucinant om vast te stellen dat een administratie niet weet hoeveel beroepen ze zelf ingesteld heeft: “Eigenaars kampen met enorme moeilijkheden als blijkt dat ze plots hun eigendom niet mogen verbouwen zoals ze willen. De minister lijkt nu te zeggen dat hij niet eens weet tegen wie hij in beroep gaat. Dit is beschamend tegenover de burgers in een lopende zaak.”