Bijna de helft vrouwelijke ondernemers stopt na vijf jaar
12-06-2015
Na vijf jaar is iets meer dan de helft van de startende vrouwelijke ondernemers nog actief. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van CD&V-Kamerlid Griet Smaers aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s. Het aantal vrouwelijke ondernemers stijgt ook lichtjes, maar er is volgens Smaers nog heel wat werk aan de winkel. ‘Werk moet ook werkbaar zijn voor zelfstandigen. Het is belangrijk dat we met dit aspect rekening houden.’
In 2010 waren er in België 321.564 vrouwelijke ondernemers, wat toen neerkwam op een 33,76%. In 2014 was er een lichte stijging naar 349.180 ondernemers (34,37%). Ook zijn er meer vrouwelijke starters. Waar er in 2010 nog 32.994 vrouwelijke starters waren, steeg dit in 2014 naar 38.544 vrouwelijke startende ondernemers. Deze cijfers zijn dus positief: het relatieve en absolute aantal vrouwelijke ondernemers neemt dus toe.
‘Je kan economische groei maar creëren door ondernemerschap aan te moedigen en KMO’s ondersteunen. Zij zijn de motor van onze economie. Het is ook een expliciete doelstelling van het federale KMO-plan. Toch is het noodzakelijk om in te zetten op specifieke doelgroepen van ondernemers, zoals vrouwen. Ondernemerschap bij vrouwen moet dan ook verder worden aangemoedigd.’, reageert Griet Smaers, vast lid van de commissie Bedrijfsleven. Volgens de cijfers hebben vrouwen het immers nog moeilijker dan mannen.
Zo geeft 45% van de vrouwelijke ondernemers er na vijf jaar al de brui aan. Het aantal starters van 2009, het basisjaar, werd vergeleken (als unieke sleutel werd het rijksregisternummer genomen) met het totaal aantal aangesloten zelfstandigen en help(st)ers voor het jaar 2014. Zo waren er in 2009 29.481 vrouwelijke starters, terwijl in 2014 nog 16.451 (55%) van hen nog actief waren. Mannen deden het iets beter: van de 46.111 mannelijke ondernemers die in 2009 begonnen waren, waren er 27.297 van hen (59%) nog verzekeringsplichtig in 2014.
Ook het totaal aantal vrouwen in bijberoep neemt toe, en dit van 72.606 vrouwen in 2009 tot 89.289 vrouwen in 2014.
In de toekomst zal er een rondetafelconferentie volgen met de verschillende vrouwenorganisaties. Daarnaast heeft de minister het systeem van de mantelzorg verbeterd, maar er is nog heel wat te doen. ‘Het statuut van de zelfstandige wordt positief gewaardeerd, maar moet verder versterkt worden als stimulans om te ondernemen. De gelijkschakeling van het minimumpensioen is alvast een goede stap. Daarnaast moeten we onderzoeken of het mogelijk is of zelfstandigen onmiddellijk beroep kunnen doen op een ziekte-uitkering na de eerste dag ziekte.’, besluit Smaers.