Bijna 4 milj. euro Europese cofinanciering voor studie nieuwe zeesluis in Terneuzen
De Europese Unie kent voor de studiefase voor de nieuwe zeesluis in Terneuzen bijna 4 miljoen euro aan cofinanciering toe. Dat gebeurt in het kader van het Trans-Europese Transportnetwerk-programma (TEN-T). Het gaat om de helft van de totale kostprijs van het studiewerk.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits en haar Nederlandse collega Melanie Schultz van Haegen bereikten in maart van vorig jaar een akkoord over de bouw van een grote zeesluis bij Terneuzen.
De bouw van die grotere zeesluis in Terneuzen is bedoeld om de toegang tot de haven van Gent te verbeteren. De sluis zal zorgen voor een vlotte doortocht van zee- en binnenvaartschepen tussen Nederland, België en Frankrijk. De sluis is belangrijk voor de groei van de haven, haar internationale positie en nieuwe tewerkstelling. Gent ligt als multimodale haven op het kruispunt van de Europese binnenwateren, autosnelwegen en spoorwegen.
Trans-Europese Transportnetwerk
Het Trans-Europese Transportnetwerk (TEN-T) bestaat uit tal van wegen, waterwegen, spoorwegen, havens, luchthavens… en diensten om deze infrastructuur te kunnen gebruiken. De Europese Unie heeft de ambitie om tegen 2030 in Europa een transnationaal en multimodaal vervoersnetwerk te ontwikkelen. Een nieuwe zeesluis op het Kanaal Gent-Terneuzen past hier perfect in.
Zekerheid voor investeerders
Deze beslissing over de Europese cofinanciering geeft de bedrijven en potentiële investeerders de nodige zekerheid om hun toekomstplannen in de Gentse haven verder te ontwikkelen.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits : “De Europese steun toont aan dat Europa gelooft in dit project. Een optimale toegankelijkheid voor de haven van Gent is van groot belang. Ik ben verheugd dat Europa de helft van de studiekosten via cofinanciering op zich neemt. De nieuwe sluis zal de voordeur vormen, ondertussen investeert Vlaanderen ook in de achterdeur. Concreet gaat het om de binnenvaart op de Seine-Scheldeverbinding en via het wegennet.”