Besparing door leerkrachten langer aan de slag te houden
18-02-2014
De totale kostprijs van de 58+ uitstapregeling is nu al met 36% gedaald, van 93.647.000 naar 59.541.000 euro, zelfs al nemen de oudere personeelsleden die langer in dienst blijven hoe dan ook een grotere hap uit het budget dan hun jongere collega’s met minder wedde-anciënniteit.
Kleuterleid(st)ers kunnnen nog uitstappen op 58 jaar, maar voor andere personeelsleden van het onderwijs is dat niet meer het geval. Er zijn nog overgangsmaatregelen mogelijk voor de oudste personeelsleden die nu nog in dienst zijn, maar als zij uitstappen, zullen ze een veel lager wachtgeld krijgen dan wat vroeger mogelijk was. Het is dus goed mogelijk dat verhoudingsgewijs weinig mensen van die overgangsmaatregelen gebruik zullen maken, en de overgangsmaatregelen zullen in 2017 vrijwel volledig uitgewerkt zijn. Tegen dan verwacht minister Smet dat het afschaffen van de uitstapregeling jaarlijks 43.523.762 euro oplevert.
In de berekeningen van de besparingen is geen rekening gehouden met eventuele effecten van meer ziektedagen voor oudere personeelsleden die langer in dienst blijven, stelt de minister. Toen de uitstapleeftijd in 2002 werd opgetrokken naar 58 jaar, heeft dat immers ook niet geleid tot een hoger ziekteverzuim. Dat klopt, zegt De Meyer, maar het systeem overgangsmaatregelen in 2002 was zeer uitgebreid en liep in feite tot in 2012 door. Daardoor is er weinig effect geweest op de kostprijs van het systeem, en uiteraard ook op het ziekteverzuim. De huidige aanpassing is veel ingrijpender. We moeten de kwaliteit en werkbaarheid aan het eind van de onderwijsloopbaan dus blijven bewaken.