Belgisch begrotingstekort blijft waarschijnlijk onder 3 % van het BBP
Op 17 januari 2013 stelde Minister van Begroting Olivier Chastel de resultaten van de begroting voor, in aanwezigheid van vicepremier en Minister van Financiën Steven Vanackere en vicepremier en Minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx.
Naar jaarlijkse traditie wordt deze persconferentie in januari gehouden. Dat betekent dat de vandaag gepresenteerde cijfers nog nietde definitieve ESR-gecorrigeerde cijfers zijn, deze worden verwacht binnen een tweetal maanden. Op 17 januari 2013 staat het begrotingstekort van alle overheden van dit land op 2,97% van het BBP. In 2011 bedroeg het totale begrotingstekort van dit land nog 3,7%. In het afgelopen moeilijke crisisjaar heeft België zijn totale begrotingstekort dus met 0,7% van het BBP gereduceerd, dankzij de 14 miljard begrotingsinspanningen die in 2012 gerealiseerd werden. Daardoor zou ons land niet langer onder een verscherpt Europees toezicht vallen, al is het resultaat minder goed dan het tekort van 2,8 procent in het stabiliteitsprogramma. "Het zijn inspanningen waarover sommige collega's binnen de eurogroep en de Ecofin bijzonder in hun nopjes zouden zijn mochten ze die ook kunnen presenteren", zei de CD&V-vicepremier.
Er wordt verwacht dat de schuldgraad beperkt blijft tot 99,7%, onder de 100% van het bruto binnenlands product. De toename van de schuld blijft dus beperkt tot 1,9%. Die toename is onder meer toe te schrijven aan de toename van het Europees solidariteitsmechanisme (1,5 procent) en de kapitaalsverhoging van Dexia (0,8 procent), die door ons land als een investering en niet als een uitgave wordt beschouwd. De terugbetaling van de schuld door KBC leidde dan weer tot een daling van de schuld met iets meer dan 1 procent, aldus Vanackere.
Van de 17 eurolanden kenen enkel Malta en Duitsland een lagere toename van de schuld. Het verschil tussen de Belgische schuldratio en het gemiddelde van de eurozonelanden bedraagt vandaag 6,8%. Vorig jaar bedroeg dat nog 9,3%. Dat is een afname op jaarbasis van 2,5%. In 1993 bedroeg dat verschil nog 67,8%. "We misbruiken dat argument niet", waarschuwt Vanackere niettemin. "We weten heel goed dat een schuldgraad van om en bij de 100 procent geen duurzame keuze kan zijn".
Ook de intrestlasten, gemeten in termen van het bruto binnenlands product, staan met 3,2% op het op het één jaar na laagste bedrag in jaren. Dat heeft te maken met de historisch lage Belgische 10-jaarsrente, die het herwonnen vertrouwen van de financiële markten in ons land reflecteert. Sinds juni 2012 is er een grote hernieuwde belangstelling van internationale beleggers in Belgische langetermijnleningen. In 2012 daalde het renteverschil met Duitsland (de zogenaamde ‘spread’) continu en werd de spread met Frankrijk gereduceerd tot een aantal procentpunten, een ongezien niveau.
Met deze resultaten respecteert België het Europees stabiliteitsprogramma dat in april 2012 was opgesteld. Dat voorzag een begrotingstekort van maximaal 3%. Bij de begrotingsopmaak en begrotingscontrole werd steeds gemikt op 2,8%, om met zekerheid onder de 3%-norm te blijven. Het verschil in het geraamde begrotingsresultaat en het begrotingsresultaat zoals dat vandaag staat, valt als volgt te verklaren:
- 332 miljoen hoger dan verwachte uitgaven:
- 181 miljoen meer uitgaven in de sociale zekerheid
- 100 miljoen voor de begroting van de EU
- 51 miljoen ESR-correctie sociale zekerheid
- 318 miljoen lager dan verwachte ontvangsten:
- 200 miljoen lagere fiscale ontvangsten
- 50 miljoen lagere niet-fiscale ontvangsten
- 68 miljoen minder ontvangsten in de sociale zekerheid
De fiscale ontvangsten geven een divers beeld: de ontvangsten in de bedrijfsvoorheffing en de personen- en vennootschapsbelasting zijn hoger dan geraamd; de ontvangsten in de roerende voorheffing en de indirecte belastingen zijn lager dan geraamd. In totaal lagen de ontvangsten van de directe belastingen 0,15% lager dan geraamd en de ontvangsten van de indirecte belastingen 0,29% lager dan geraamd.