België in Europees koppeloton voor eGovernment
28-05-2013
België behoort tot de beste Europese lidstaten op vlak van geautomatiseerde digitale dienstverlening. Dat blijkt uit de Europese eGov Benchmark die vandaag gepubliceerd is. Vooral in contacten met de bedrijfswereld loopt België ver voorop.
Staatssecretaris Hendrik Bogaert is morgen één van de gasten in een panelgesprek op een internationale conferentie over de voordelen van eGovernment in Helsinki. Hij zal er met de opmerkelijke resultaten in de hand het ICT-beleid van ons land kunnen verdedigen.
De Europese eGov Benchmark bestaat uit drie onderdelen:
Het eerste deel is een onderzoek bij EU-burgers over hun behoeftes, percepties en gebruik van eGovernmentdiensten.
Voor het tweede deel gingen mystery shoppers na welke onlinediensten overheden aanbieden voor drie belangrijke momenten in het leven: studeren, werk vinden en een zaak opstarten.
Het derde deel peilt naar het gebruik van zogenaamde key enablers (eid, authentic sources, eSafe,…), ook toegepast op deze drie levensmomenten
Uit het rapport blijkt dat in België voor de drie levensmomenten samen gemiddeld 22% van de dienstverlening volledig geautomatiseerd is. Daarmee is ons land koploper voor ‘diensten die aan de gebruiker geleverd worden zonder dat de gebruiker zelf iets moet doen’.
Voor wie een zaak wil opstarten, is ons land een echte voorloper: liefst 48% van de dienstverlening daarvoor verloopt volledig geautomatiseerd. Op het vlak van studeren en een job vinden, kan er wel nog vooruitgang geboekt worden. Inzake trans-Europese mobiliteit bijvoorbeeld loopt België achterop wat betreft de online toegankelijkheid van diensten die betrekking hebben op studeren.
Het rapport adviseert de lidstaten trouwens om meer rekening te houden met de klant en zo het gebruik van eGovdiensten aan te moedigen. Het raadt ook aan om de Belgische aanpak te volgen inzake automatisering van diensten.
Hendrik Bogaert: “Ons beleid van modernisering en digitalisering werkt. We bouwen de overheidskosten verder af en verminderen de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Dat is belangrijk voor de competitiviteit van ons land. De internationale erkenning die we nu krijgen, is een opsteker voor iedereen die daaraan meewerkt.”