Artsen geen verlengstuk van justitie
14-11-2011
Artsen, hulpverleners, advocaten kunnen zich beroepen op hun beroepsgeheim om de vertrouwelijke of gevoelige informatie die ze van hun patiënten of cliënten ontvangen niet door te geven aan gerechtelijke overheden, zelfs wanneer het om strafbare en laakbare feiten zou gaan.
Tot op heden werd hierop een uitzondering gemaakt voor minderjarigen. In gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen heeft een arts, een advocaat of hulpverlener spreekrecht. Dit wil zeggen dat hij, zonder zijn beroepsgeheim te schenden, toch strafbare feiten kan doorgeven aan de gerechtelijke overheden.
Naar aanleiding van de getuigenissen van seksueel misbruik en de aanbevelingen van de bijzondere parlementaire commissie werd ook de regeling over het beroepsgeheim aangepast.
CD&V was voor een uitbreiding van het spreekrecht, maar tegen een spreekplicht. Ook de regeling waarbij de dragers van het beroepsgeheim schuldig verzuim kon worden aangewreven, kon bij CD&V geen goedkeuring vinden.
Volksvertegenwoordiger Sonja Becq: “Hulpverleners vreesden immers dat zij op die manier niet meer zouden kunnen werken : ofwel zouden patiënten/cliënten niet meer bij hen durven aankloppen ofwel zouden zijzelf genoodzaakt zijn sowieso het parket in te lichten om te voorkomen dat zij aangeklaagd worden wegens schuldig verzuim.”
Hoe ziet de nieuwe regeling -waarop CD&V inderdaad zwaar gewogen heeft- en die in consensus genomen werd er dan uit?
Het spreekrecht wordt voorzien in volgende situaties:
Het beroepsgeheim kan niet enkel doorbroken worden op grond van informatie verkregen van het slachtoffers zelf, maar hij kan zich voortaan ook baseren op informatie van daders of door derden;
Voortaan zullen ook misdrijven gepleegd op “kwetsbare personen” aanleiding kunnen zijn voor het gebruik van het spreekrecht, vroeger kon dat enkel voor feiten gepleegd op minderjarigen.
De drager van het beroepsgeheim mag voortaan gebruik maken van zijn spreekrecht, niet alleen indien het slachtoffer dat de feiten bij hem meldde zelf terug slachtoffer dreigt te worden, maar ook wanneer er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar dat andere minderjarige of kwetsbare personen het slachtoffer zouden kunnen worden van de misdrijven die aan hem gemeld werden.
Volksvertegenwoordiger Raf Terwingen: “In de oorspronkelijke tekst van het voorstel was er een uitdrukkelijke verwijzing naar het schuldig verzuim. Dit gaf aanleiding tot interpretatieproblemen en dreigde het beoogde spreekrecht te laten evolueren tot een spreekplicht. Het opleggen van een spreekplicht is nooit de bedoeling geweest, ook niet van de leden van de opvolgingscommissie. Artsen zijn dus geen verlengstuk van justitie.”