Als eten een obsessie dreigt te worden
18-05-2011
Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers vindt samen met collega’s Vera Jans en Tom Dehaene, dat de Vlaamse regering werk moet maken van een gericht beleid ter bestrijding en voorkoming van eetstoornissen zoals anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbuistoornissen (binge eating disorder), … Hun in resolutie gegoten voorstellen werden vandaag door het Vlaams parlement goedgekeurd. Een duidelijk signaal dat het de beleidsmakers ernst is om ten strijde te trekken tegen deze aandoeningen.
Dat eetstoornissen geen marginaal probleem zijn, bewijzen de cijfers. Een meisje met anorexia nervosa heeft een twaalfmaal hogere kans om te overlijden dan gezonde leeftijdsgenoten. De kans op overlijden is zesmaal hoger dan voor een vrouw met schizofrenie. Het risico op suïcide is 33 keer hoger dan bij leeftijdsgenoten en anderhalve keer hoger dan bij een zware depressie. Patiënten ervaren niet alleen lichamelijke complicaties, maar worden vaak depressief. De behandeling duurt gemiddeld vijf tot zes jaar. Ongeveer de helft van de patiënten herstelt, 30 percent verbetert en 20 percent blijft chronisch met de aandoening kampen.
Daarnaast treft de aandoening steeds meer jongeren, en op steeds jongere leeftijd. België doet het bovendien slechter dan bijvoorbeeld Nederland: ongeveer 16 percent van de 14- tot 15-jarige meisjes kampt met een gewichtsprobleem. Bijna 7 percent heeft een BMI lager dan 18 en 2,5 percent heeft anorexia nervosa. 2,7 percent van alle Vlamingen heeft een BMI van 18,8 of lager. Ondergewicht komt vaker voor bij Vlaamse vrouwen (3,9 percent) dan bij Vlaamse mannen (1,4 percent). Maar ook het hebben van overgewicht, verhoogt de kans op de ontwikkeling van eetstoornissymptomen.
Het voorstel van resolutie gaat uit van een positieve benadering, zegt hoofdindiener Katrien Schryvers: “In plaats van enkel in te grijpen bij problemen, moet Vlaanderen via preventie en sensibilisering aanzetten tot gezonde eet- en leefgewoontes en zich richten op het bevorderen van zelfvertrouwen, een positieve lichaamsbeleving en het uitbreiden van vaardigheden om met moeilijkheden om te gaan. Eetstoornissen gaan immers niet alleen om problemen van fysieke aard.”
Alvast de media spelen een expliciete en cruciale rol, maar de volksvertegenwoordiger pleit voor een alomvattende aanpak van het probleem.
Het welzijn van de gezinsleden en andere naasten van een patiënt mag niet uit het oog verloren worden. Het lijden aan een eetstoornis heeft immers ingrijpende gevolgen op het sociaal functioneren van de patiënt en op de harmonie binnen een gezin.
Het belang van vroegdetectie wordt benadrukt. Diverse instanties als Eetexpert.be hebben de voorbije jaren al nuttig werk geleverd door draaiboeken op te stellen, maar die zijn onvoldoende bekend. Essentieel is de oplettendheid en deskundigheid van eerstelijnsgezondheidszorgers, zoals huisartsen. “Vaak wachten mensen met een eetstoornis veel te lang om hulp te zoeken of ze doen het zelfs helemaal niet,” aldus de volksvertegenwoordigers, “daarom moeten we het taboe doorbreken, want zoals vaak is ook hier een snelle herkenning en behandeling essentieel om de kans op genezing te vergroten. Onder meer de CLB’s (centra voor leerlingenbegeleiding) kunnen een belangrijke bijdrage leveren.”
Op korte termijn vragen Katrien Schryvers en haar collega’s een uitbreiding van het aanbod van de centra voor geestelijke gezondheidszorg en samenwerking tussen verschillende hulpverleningsinstanties en beroepsgroepen, zoals zelfstandige dokters en psychologen, algemene en psychiatrische ziekenhuizen. Bovendien dient de relatie tussen eetstoornissen en doodsoorzaken wetenschappelijk onderzocht te worden.
Ook de federale regering krijgt een opdracht. In overleg met Vlaanderen moet zij beslissen over de financiering van poliklinische behandelingen, de territoriale spreiding van het gespecialiseerde aanbod en de uitbouw van de zorgcircuits. Het aanbod van de gespecialiseerde opnameafdelingen voor eetstoornissen in Vlaanderen kent immers nog heel wat blinde vlekken.
Schryvers, Jans en Dehaene zijn uiterst tevreden met de goedkeuring van de resolutie door het Vlaams parlement: “Het is een niet mis te verstane oproep om maatregelen te nemen die absoluut nodig zijn om deze aandoeningen te bestrijden.”