Absolute voorrang voor hernieuwbare energie
02-12-2015
De beslissing van de federale regering om de levensduur van Doel 1 en Doel 2 te verlengen, geeft aanleiding tot heel wat discussie over de toekomst van de energievoorziening in Vlaanderen. Dit dossier maakt nog maar eens duidelijk dat samenwerking tussen alle bevoegdheidsniveaus essentieel is. Een energiepact met alle energiestakeholders is dringend nodig. Alleen zo kan een stabiel investeringsklimaat gecreëerd worden met het oog op een toekomstgerichte energiemix.
Robrecht Bothuyne: “De beslissing om de levensduur van Doel 1 en Doel 2 te verlengen mag de radicale keuze voor hernieuwbare energie niet hypothekeren. Ze mag slechts één doel dienen: ruimte creëren om het investeringsritme in hernieuwbare energie op te drijven zodat we klaar zijn om de kernuitstap, over zeven jaar, effectief te starten. De Vlaamse en federale regering moeten daarom een analyse maken van de impact van de federale beslissing op de ontwikkelingsmogelijkheden van groene energie.”
Om de toekomst maximaal voor te bereiden wil CD&V een platform naar analogie van wat Europa in de vorige eeuw deed voor de ontwikkeling van kernenergie (Euratom). Dat moet leiden tot een massale en gezamenlijke investering in het onderzoek naar en de ontwikkeling van groene energie en energiebesparing. Op die manier kunnen Vlaanderen en Europa ecologisch en economisch voorsprong nemen.
Robrecht Bothuyne: “In afwachting daarvan wil CD&V niet dat windturbines stilgelegd worden omdat een kerncentrale langer draait. In het kader van het op te maken energiepact moet afgesproken worden hoe een aantal kernreactoren flexibeler kunnen gemaakt worden om zo de ontwikkeling van hernieuwbare energie niet te hinderen. Bij een eventueel elektriciteitsoverschot moet hernieuwbare energie immers steeds voorrang krijgen'.”