Aantal uitzettingen in sociale huisvesting stagneert
Tijdens 2001 en 2012 schommelt het aantal uitzettingsprocedures in de openbare vastgoedmaatschappijen tussen de 150 en 200. Zo waren er 161 in 2001 en 177 in 2012. 2009 was een piekjaar, met 204 uitzettingsprocedures. In 2001 waren er 33 effectieve uitzettingen, in 2012 36. In de sociale verhuurkantoren is er sprake van 17 effectieve uitzettingen op 2.683 woningen in 2011 en 27 op 2.932 in 2012. De voornaamste reden voor deze uitzettingen is het bestaan van aanzienlijke achterstallige huurgelden. Dat blijkt uit cijfers die Brussels Volksvertegenwoordiger Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij Christos Doulkeridis, Staatssecretaris bevoegd voor huisvesting.
De sociale vastgoedmaatschappijen die uitzettingsprocedure opstarten doen dat pas nadat ze alle andere mogelijkheden hebben uitgeput. Zo moet elke openbare vastgoedmaatschappij een procedure vastleggen voor de inning van de schuldvorderingen en een interventiekader voor wat betreft de aanmaningen, bemiddeling, tussenkomst van vrederechter enz. Als deze procedure niet wordt gevolgd, kan de uitzetting niet plaatsvinden.
Bianca Debaets vindt het belangrijk dat er waar mogelijk met een schuldbemiddelingsdienst wordt gewerkt. Dergelijke schuldbemiddeling kan echter enkel op vrije wil van de huurder worden aangeboden. Men kan een huurder niet verplichten tot een schuldaflossingsplan. “Daarom is het belangrijk dat de maatschappelijke werkers voldoende extra vorming krijgen,” zegt Debaets. “Zo moeten ze het Brusselse institutionele landschap goed kennen, op de hoogte zijn van mogelijke samenwerkingsverbanden met andere partners en een goede relatie met de sociale huurders opbouwen zonder daarbij de nodige professionele afstand te verliezen. Dat het aantal uitzettingen vrij stabiel blijft, ondanks een stijging van de armoedegraad, toont aan dat de sociale diensten van de openbare vastgoedmaatschappijen goed werk leveren,” aldus Debaets.