Aanpak jeugdwerkloosheid: het glas is halfvol
31-10-2014
Het prille economische herstel zorgt al enkele maanden voor een daling in de jongerenwerkloosheid. Een goede zaak, toch waren er eind september nog steeds 57.374 -25-jarigen werkzoekend. Dat is goed voor maar liefst 23,7% van de Vlaamse werkzoekenden. Het is erg belangrijk dat deze jongeren niet aan hun lot over gelaten worden. Daarom is al sinds 2008 de ‘jeugdgarantie’ ingevoerd.
Minister van werk Philippe Muyters schermt vaak en graag met het feit dat we in Vlaanderen (Europees gezien) relatief goed scoren m.b.t. het aanpakken van de jeugdwerkloosheid, en liefst bijna 92% van de jongeren bereiken binnen de 4 maand.
Maar is die bijna sluitende aanpak wel effectief en kwaliteitsvol? Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (CD&V) ondervroeg de minister en heeft zijn bedenkingen. ‘Het is niet aanvaardbaar dat 1 op de 12 jongeren helemaal niet bereikt wordt door de VDAB. Dit zijn meestal de meest kwetsbare jongeren. We moeten ervoor zorgen dat letterlijke elke Vlaamse jonge werkzoekende een aanbod op maat krijgt. Maar wat erger is: de begeleiding die jongeren krijgen is ook verre van voldoende. Zo kregen vorig jaar slechts 46% van de jongeren binnen de 4 maanden een eerste werkaanbieding.’
De jeugdgarantie, waarbij jongeren binnen de 4 maanden een job, opleiding of vorming aangeboden moeten krijgen, is al sinds 2008 in de werking van VDAB ingebakken. Sinds 2014 legt ook Europa met haar ‘European Youth Guarantee’ een gelijkaardige streefdoel op.
Bothuyne: ‘Formeel doen we het goed, we bereiken veel jongeren. Maar de begeleiding van de VDAB moet uit meer bestaan dan een sms, mail of brief. En zodra een jongere ingeschreven is, zou hij of zij toch minstens passende vacatures moeten krijgen.’
Uiteindelijk krijgt ongeveer 25% een begeleidings- en opleidingstraject (met opleiding, training,…) aangeboden en wordt voor nog eens 12% van de jongeren een bemiddelingstraject (met vacatures, sollicitatieondersteuning,….) opgezet. 35% van de jongeren krijgt dus een begeleiding op maat. Dat aandeel is al een aantal jaren vrij stabiel. En de resultaten van zo’n begeleidingen zijn goed. De uitstroom naar werk na een bemiddelingstraject zit op 69,4% en na een begeleidings- en opleidingstraject zijn 67,7% van de jongeren na 6 maanden aan het werk.
De VDAB ‘bereikt’ heel veel jonge werkzoekenden. Dat is goed: maar wat onder ‘bereikt’ wordt verstaan moet anders. Een brief of sms versturen volstaat niet. “VDAB levert mooi werk, maar kan nog beter. Het glas is halfvol. We moeten letterlijk alle jongeren bereiken. En alle jongeren moeten een kwaliteitsvolle begeleiding krijgen, met prioriteit voor de ongekwalificeerden en lager geschoolden. De kansen op een job verhogen aanzienlijk na een intensieve VDAB-begeleiding. Elke jongere heeft hier recht op. Daarbij moet ook steeds meer werkervaring ingebouwd worden in de trajecten. Dat is essentieel om de kans op slagen te verhogen”, besluit Bothuyne.