50.000€ voor milieu- vriendelijk praktijkonderzoek en vormingsactiviteiten
06-09-2012
Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor landbouw, trekt 50.000 euro uit voor milieuvriendelijk praktijkonderzoek en vormingsactiviteiten in de groensector (tuinaanleg en openbaar groen). Dat maakte hij vandaag, donderdag 6 september 2012, bekend bij een bezoek aan het Praktijkcentrum voor de Sierteelt, waar een praktijkvorming werd gegeven voor tuinaannemers en groenvoorzieners.
Vandaag 6 september 2012 bracht minister-president Kris Peeters een bezoek aan het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in Destelbergen. Binnen dit Praktijkcentrum, dat voornamelijk gespecialiseerd is in praktijkonderzoek voor de sierteelt, werd sinds 2008 een specifieke afdeling voor de groenvoorziening uitgebouwd.
Bedoeling is dat groenvoorzieners, zowel actief in de openbare als privésector, er terecht kunnen met teelttechnische vragen en praktische ondersteuning bij de aanleg en het onderhoud van groenaanplantingen.
De professionele groensector is een dynamische en snelgroeiende sector. Er zijn zo’n 3300 tuinaannemers in Vlaanderen, die ongeveer 5000 personen tewerkstellen. Daarnaast beschikken heel wat van onze gemeenten en steden over flink uitgebouwde groendiensten, die instaan voor het onderhoud van parken en plantsoenen.
Tijdens zijn bezoek kondigde minister-president Peeters, tevens bevoegd voor Landbouw, aan dat hij dit jaar 50.000 euro uittrekt om de specifieke werking van het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in Destelbergen rond de groenvoorziening te ondersteunen. Dit komt bovenop de 470.000 euro aan werkingsmiddelen die de Vlaamse overheid jaarlijks toekent.
Met de middelen worden enerzijds specifieke opleidingen en demonstraties georganiseerd voor de professionele groenvoorzieners. Het gaat hierbij om cursussen rond onkruidherkenning, herkennen van ziekten en plagen, invasieve planten, milieuvriendelijke afdekmaterialen, … .
Anderzijds zullen de groenvoorzieners met de extra middelen ook actiever betrokken worden bij het waarnemingen- en waarschuwingensysteem, dat reeds van toepassing is in de land- en tuinbouwsector. Dit systeem is er op gericht om, op basis van een reeks waarnemingen bij telers, het ideaal bestrijdingsmoment aan te geven van welbepaalde schadelijke organismen, en dit op de meest duurzame manier.
Immers; tegen 2014 moeten alle professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen volgens de Europese wetgeving inzake IPM (Integrated Pest Management), de principes van de geïntegreerde gewasbescherming toepassen. Dit steunt op preventie en observatie van zowel plagen als natuurlijke vijanden. Een ruime kennis van plaagorganismen, de natuurlijke vijanden, en de impact van de beschikbare gewasbeschermingsmiddelen en systemen is hierbij meer dan ooit belangrijk. Hiervoor wordt via proeven en projecten de nodige kennis opgedaan en gevulgariseerd. Het waarnemingen- en waarschuwingssysteem zal hierbij een onmisbare ondersteuning van de sector blijven.
“Met de extra middelen van de Vlaamse overheid moet het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in Destelbergen er in slagen om, naast onze land- en tuinbouwbedrijven, ook de bedrijven en diensten actief in de groenvoorziening de principes van milieuvriendelijke geïntegreerde bestrijding te laten toepassen. Want, vergroening is belangrijk. Het groen in onze samenleving kleurt onze straten en pleinen; onze tuinen en parken. Dat mogen we niet onderschatten. De ondersteuning van de groensector zetten we daarom voort. Vandaag en morgen”, aldus Vlaams minister-president Kris Peeters.