30 procent meer studenten wil op Erasmus
Voor het academiejaar 2010-2011 werden voor studenten die op Erasmus willen trekken 22.268 beursmaanden aangevraagd. Dit is een stijging van 30% ten opzichte van vorig jaar. Dit is positief, want in de Verklaring van Leuven engageerde de Europese landen zich dat tegen 2020 20% van de studenten een internationale studie-ervaring zou opdoen. Blijkt echter dat de financiering niet kan volgen en dat er dit jaar een onduidelijke situatie voor kandidaat-Erasmusstudenten dreigt. Sabine Poleyn (CD&V) kaartte de problematiek aanin de commissie onderwijs van het Vlaams Parlement.
Minister Smet bevestigde dat in juli 2010 de bevoegde vzw EPOS vaststelde dat het bedrag door dit succes ontoereikend was. Daarop verlaagde men de Vlaamse cofinanciering per beurs van 100 euro per maand, naar 55 euro. Dit betekent een gemiddelde beurs van 300 euro per maand, nog boven het minimum van 200 euro, opgelegd door de Europese Commissie.
In maart worden de reële cijfers van Erasmusstudenten door de hogescholen en universiteiten doorgegeven. Indien dan er dan nog middelen over zijn, zal de bijdrage van 55 euro alsnog opgetrokken worden.
Sabine Poleyn suggereerde de aanvraagprocedure te vereenvoudigen om overheadkosten te besparen, en te onderzoeken of de beurs niet beter gekoppeld wordt aan het inkomen. “Een analyse van wat studenten motiveert om te vertrekken moet duidelijk maken hoe belangrijk de beurs hierbij is. De aantrekkelijkheid van een bepaalde opleiding, of het enthousiasme en de betrokkenheid van docenten en professoren is ook belangrijk.” Voor Poleyn moet het aangekondigde Actieplan Studentenmobiliteit een visie ontwikkelen over wat een kwalitatieve buitenlandervaring is en hoe we studenten hier het beste warm voor maken. Dit plan was voorzien voor midden januari, maar de minister is er nog niet mee klaar.